Een gelijkspel 1-1 was het resultaat tegen Olympia ’28. Winst was zeker mogelijk in de strijd om nacompetitie te voorkomen, maar een zeperd behoorde ook tot de mogelijkheid.
Het leek een doelpuntrijk treffen te worden in Hasselt, want de eindscore stond al na 18 minuten op het scorebord.
Gezien de toedracht was dat zeker geen verkeerde gedachte: “Een onverklaarbaar eigen doelpunt van Lutten en een misser van hun keeper, die de bal weg wilde stompen maar het leer schampte en daardoor de bal klaarlegde voor David Koopman, die maar weinig moeite hoefde te doen om de bal in het net te schieten.”
Kansen om tot scoren te komen waren er wel. Zelfs teveel om allemaal te benoemen. In de zevende minuut stond Frank Altena al alleen voor de keeper. Een spetter van Ronald Kosse deed de lat sidderen. Een kopbal in het zijnet van Glenn Kuiper.
Een goede voorzet van Nick Weekamp, die direct op de slof genomen werd door Ewoud Altena, maar de lat aan de verkeerde kant passeerde. Teenlengtes tekort om de bal in het doel te drukken.
Ook Frank Altena kreeg op het eind nog weer een kans om zijn totaalscore te verhogen. Maar als door een onzichtbare hand leek hij achteruit getrokken te worden en ging erbij zitten in plaats van af te drukken
Maar ook voorzetten van Lutten, die totaal verkeerd geraakt werden door de Olympiades en over hun eigen doel scheerden, konden doelpunten opleveren.
Echter laten we ook benoemen dat er kansen waren voor Hasselt die door keep Lars Mulder steeds vakkundig gepareerd werden.
Een licht overwicht van Lutten was echter wel waar te nemen in deze wedstrijd, waar de jongelingen Tim van Os, Patrick Bosch en Rutger v.d. Graaf aan de “oudere” garde lieten zien dat ze staan te popelen om hen uit de basis te verdringen.