Onderstaand een vereenvoudigde opsomming van de belangrijkste veranderingen / aanpassingen.
Regel 3
- Een speler die gewisseld wordt moet het veld verlaten bij de dichtstbijzijnde doel- of zijlijn, tenzij de scheidsrechter andere aanwijzingen geeft.
Regel 4
- Ondershirts mogen meerkleurig zijn of van een patroon zijn voorzien, mits ze exact gelijk zijn aan de mouw van het wedstrijdshirt.
Regel 5
- De scheidsrechter mag niet terugkomen op een beslissing m.b.t. een spelhervatting als het spel is hervat, maar mag nog wel een GK/RK tonen voor een voorafgaand voorval;
- Aan teamofficials die zich schuldig maken aan onbehoorlijk gedrag mag een GK/RK getoond worden; als de overtreder niet geïdentificeerd kan worden, dan ontvangt de coach die op dat moment in de instructiezone als hoofdcoach optreedt, de GK/RK;
- Als een strafschop wordt toegekend, dan mag de strafschopnemer van het betreffende team behandeld worden en vervolgens op het veld blijven om de strafschop te nemen.
Regel 7
- Uitleg over het verschil tussen ‘afkoelingsperiodes’ en ‘drinkpauzes’.
Regel 8
- Het team dat de toss wint mag ervoor kiezen de aftrap te nemen;
- Scheidsrechtersbal – het laten vallen van de bal gebeurt voor de doelverdediger (als het spel werd onderbroken in het strafschopgebied) of voor één van de spelers van het team dat de bal het laatst speelde, op de plaats waar dit gebeurde; alle andere spelers (van beide teams) moeten zich op minimaal 4m afstand bevinden.
Regel 9
- Scheidsrechtersbal als de bal de scheidsrechter (of een andere wedstrijdofficial) raakt en in het doel gaat, balbezit verandert of een aanvallende beweging begint.
Regel 10
- Een doelverdediger kan niet scoren door de bal in het doel van de tegenpartij de gooien.
Regel 12
- De tekst m.b.t. hands is herschreven om meer duidelijkheid / eenduidigheid te krijgen, met duidelijke richtlijnen voor wanneer ‘niet-opzettelijk’ hands al dan niet bestraft moet worden
- Bevestiging dat het ongeoorloofd spelen van de bal met de hand of arm door een doelverdediger in het eigen strafschopgebied niet bestraft wordt met een GK/RK;
- Als, na een inworp of een bewuste terugspeelbal door een ploeggenoot, de doelverdediger de bal verkeerd trapt of probeert te trappen om deze in het spel te brengen, dan mag de doelverdediger de bal met zijn hand(en) of arm(en) spelen;
- De scheidsrechter mag het tonen van een GK/RK uitstellen tot de volgende onderbreking als het niet overtredende team een vrije schop snel neemt waarbij een scoringskans ontstaat;
- Een gele kaart vanwege een overtreding bij het vieren van een doelpunt blijft staan, zelfs als het doelpunt wordt afgekeurd;
Regel 13
- Als een indirecte vrije schop is genomen, mag een scheidsrechter het tonen van het gebaar van de indirecte vrije schop stoppen, als duidelijk is dat er niet direct een doelpunt gescoord kan worden (bijv. vanuit de meeste indirecte vrije schoppen vanwege buitenspel);
- Bij vrije schoppen voor de verdedigende partij in het eigen strafschopgebied geldt dat de bal in het spel is als deze is getrapt en duidelijk beweegt; de bal hoeft het strafschopgebied niet te verlaten;
- Bij een ‘muurtje’ door de verdedigende partij van tenminste 3 spelers, moeten alle aanvallers zich op ten minste 1m van het ‘muurtje’ bevinden; indirecte vrije schop als ze een overtreding maken.
Regel 14
- Doelpalen, doellat en netten mogen niet bewegen als een strafschop wordt genomen en de doelverdediger mag ze niet aanraken;
- De doelverdediger moet ten minste een deel van één voet op, of ter hoogte van, de doellijn hebben bij het nemen van een strafschop; hij mag niet achter de lijn staan;
- Als er een overtreding wordt gemaakt nadat de scheidsrechter het teken voor het nemen van een strafschop heeft gegeven en de strafschop wordt niet genomen, dan moet deze worden genomen nadat er een eventuele GK/RK is gegeven.
Regel 15
- Tegenstanders moeten ten minste 2m afstand houden van het punt op de zijlijn waar een inworp wordt genomen, zelfs als de inwerper zich achter de lijn bevindt.
Regel 16
- Bij doelschoppen geldt dat de bal in het spel is als deze is getrapt en duidelijk beweegt; de bal hoeft het strafschopgebied niet te verlaten.